- Sorteren
Zet 3 dozen of manden neer. 1 voor dat wat naar een andere plek in huis kan, 1 voor wat je bij je werkplek wilt houden en 1 voor de dingen die helemaal het huis kunnen verlaten. - Afdanken
De mand of doos met de spullen die weg kunnen, daarvan is een deel misschien nog bruikbaar. Eigenlijk sorteer je hier weer, wat kan weg, wat kan naar de kringloop of kun je verkopen of iemand anders blij mee maken. - Plek toewijzen
Zorg dat je de ruimte hebt om alles een goede plek te geven. Dus zorg binnen handbereik voor ruimte voor de dingen die je veel gebruikt, die je iets minder gebruikt mogen wat verder weg, etc. - Bundelen
Hierbij stop je spullen die bij elkaar horen bij elkaar in een mandje/bakje/doosje/etc. op hun plek. Stel jezelf de vraag hoeveel je wilt houden. Een potlood kan handig zijn, maar 10 binnen handbereik zijn er misschien wat veel. - Onderhouden
Ruim aan het einde van de dag weer op. En als je merkt dat bepaalde spullen meerdere keren hun plek niet terugvinden, vraag je dan af of ze opbergen op een andere plek of op een andere manier beter aansluit.